Puppy observatie gedragstest
Heb je een nestje pups, laat dan altijd een puppytest uitvoeren. Zodat je een perfecte match kunt maken tussen hond en baasjes. De puppytest doen we op de leeftijd van 7 weken, waarbij de pups een voor een geobserveerd worden op eigenschappen en kwaliteiten op basis van genetische aanleg en de ervaringen die in de eerste 7 weken zijn opgedaan. Het is natuurlijk geen examen met een goede of foute uitslag, maar vooral een gedragsobservatie van elke pup individueel.
We kijken hoe de pup zich in het algemeen gedraagt en hoe hij op verschillende situaties en prikkels reageert. De test duurt meestal zo’n 15 minuten en gebeurt op een plek of ruimte waar de pup nog nooit is geweest is. In overleg met de fokker (en afhankelijk van het nest/het ras) wordt een keuze gemaakt voor de onderdelen waarop de puppy’s geobserveerd worden. Voor de fokker gaat het meestal om de verschillen tussen de pups onderling om zo ook te kunnen bepalen welke pup het best bij welk baasje past.
De observatie gedragstest voor puppy's
Onze puppytest kan 14 onderdelen bevatten die verdeeld zijn over een paar thema’s.
Mensgerichtheid, zelfstandigheid en verkennend gedrag
Het is belangrijk dat de hond zich comfortabel, veilig en vertrouwt voelt en dat in allerlei omgevingen en omstandigheden ,die onze drukke maatschappij vol prikkels tegenwoordig nu eenmaal is. Deze eerste testjes doen we speciaal om de pup even te laten acclimatiseren en om te zien hoe de pup dit doet en/of hierbij contact houdt, steun zoekt et cetera. Nadat de tester de pup neerzet kijken we wat de pup doet. Loopt hij achter de tester aan, gaat hij het terrein verkennen (waar ook diverse andere voorwerpen liggen ) of blijft hij stilletjes zitten? Daarna roept de tester de pup bij zich en kijkt of hij komt knuffelen en zich laat aaien. Vervolgens loopt de tester een eindje door de ruimte of over het terrein, waarbij we vooral letten of en hoe de pup meeloopt: blijft hij contact houden met de tester, verkent hij ondertussen ook het terrein nog even, reageert hij als de tester roept et cetera.
Neusgebruik
Gedurende de hele test kijken we hoe intensief de pup zijn neus gebruikt. Of is hij toch visueler ingesteld. In een hoekje liggen wat stukjes pens om te zien wordt of de pup de geur van het lekkers oppakt en zijn neus achterna gaat.
Driften (eten, voorwerpen en apporteren)
In hoevere wil de pup voor- en met het baasje werken/spelen, welke activiteiten vind hij leuk om te gaan doen, en heeft de pup een sterke en van nature al aanwezige drift, zeker i.v.m (toekomstige) kinderen in huis kan dat belangrijk zijn om te weten. Dit testen we door te kijken of de pup verschillende voorwerpen en lekkers wil vastpakken, naar de tester wil brengen en afgeven.
Inschikkelijkheid
Een belangrijke eigenschap van onze (huis)honden is ook dat hij zich gemakkelijk laat bijsturen en leiding van hun baasjes accepteren. Om te testen of de pup zich op z’n gemak voelt bij de tester en het accepteert als hij in zijn bewegingsvrijheid wordt beperkt, wordt hij op schoot bij de tester genomen en daar betast en geaaid.
Stressbestendigheid, zelfzekerheid en herstelvermogen
n onze drukke maatschappij vol prikkels en uitdagingen vragen we steeds meer van onze hond en wordt van hem verwacht dat hij kan deelnemen aan allerlei sociale activiteiten onder diverse omstandigheden. Hij moet wennen aan nieuwe en onverwachte gebeurtenissen en omstandigheden. Een keer schrikken of opkijken, is heel normaal, maar hij moet wel blijven functioneren en niet helemaal dichtslaan of angstig worden. Daarom kijken we hoe de pup op een plotseling hard geluid en bewegend voorwerp reageert. Schrikt hij ervan of niet? En wat doet hij vervolgens? Gaat hij het onderzoeken, bekijkt hij het van een afstandje, negeert hij het totaal of ziet hij het misschien helemaal niet meer zitten. Ook wordt gelet hoe de pup reageert op geluiden en voorbij komende dingen die toevallig tijdens de test gebeuren zoals een overkomende luchtballon, vreemde geluiden uit de omgeving of vanaf de straat).
Corrigeerbaarheid
Een hond moet met de stem bij te sturen/corrigeerbaar zijn. Om te kijken of de pup zich laat corrigeren (= ophoudt met waarmee hij bezig is) testen we na een duidelijke harde nee of foei of grom-blaf als de pup iets doet wat de tester niet goedvindt. Ook wordt daarna gekeken hoe erg de pup hiervan onder de indruk is. Gaat hij even later weer gewoon verder, durft hij geen poot meer te verzetten of neemt hij de benen?
Probleem oplossend vermogen en doorzettingsvermogen
Probleem oplossend vermogen en doorzettingsvermogen. Om dit te testen wordt de pup eerst tot twee maal toe achter een hekje gezet en geroepen, waarbij hij dus zelf de uitgang moet zoeken om bij de tester te komen. Daarna wordt een lekker brokje in een flesje of koker gestopt en wordt de pup uitgedaagd om dit te pakken. Gekeken wordt steeds hoe de pup omgaat met het ‘probleem’.
Tijdens de test word verder gelet op zijn bewegingstempo, de energie die hij uitstraalt, zijn uitstraling en zelfvertrouwen. En aan het eind van de test kijken we of de pup (nog) wil spelen of apporteren. Belangrijk is immers dat een hond ook nadat hem allerlei dingen ‘overkomen’ zijn, nog steeds goed met zijn baasje blijft samenwerken. Ook kan het zijn dat de pup inmiddels alles zo leuk vindt, dat hij liever zijn eigen gang gaat dan nog wat met de tester samen te willen doen. Op basis van het gedrag dat de pup bij de afzonderlijke testjes en door de hele test door vertoont, wordt een eindscore gemaakt, waarbij van de hierna volgende eigenschappen geclassificeerd worden als ‘duidelijk aanwezig’, ‘aanwezig’ en ‘niet of nauwelijks aanwezig’.
De puppytest kan in totaal uit de volgende onderdelen bestaan:
01. mensgericht en sociale binding : komen en volgen tester
02. Sociale overheersing/omgang kinderen : nadrukkelijk aaien/hoofd beneden drukken
03. Controleverlies : laten zweven van de pup, 15 sec
04. Inschikkelijkheid : tegenhouden vd pup, persoonlijke vrijheid inperken
05. Driften : Afstaan en delen van voorwerpen en voedsel
06. Bereidheid tot werken : apporteertestjes, geurspoor
07. Gevoeligheid voor geluid : rammel blik
08. gevoeligheid visueel : vreemd (bewegend) voorwerp
09. Corrigeerbaarheid/gevoeligheid : hoe gevoelig is de pup (voor stemcorrectie)
10. Gedrag t.o.v. dieren : pluchen hond of ander dier op grond
11. Stabiliteit /herstelvermogen : gedrag gedurende de test
12. Probleemoplossend/doorzettingsvermogen : uitweg van barrière zoeken/verstopt voertje bemachtigen
13. Zelfstandigheid/ Exploratiedrang : mate van zelfstandigheid/eigen weg gaan
14. Jacht/achtervolgingsdrift : reactie op bewegend voorwerp grond
Zo krijgen we een beeld van het basiskarakter van de pup. De pup heeft namelijk op basis van zijn genetische aanleg en de ervaringen die hij in de eerste 7 weken heeft opgedaan, al een eigen karakterpatroon gevormd, dat als blauwdruk voor de rest van zijn leven fungeert. Het karakter van de pup blijft zich zijn hele leven verder ontwikkelen. Sommige karaktertrekjes blijven onveranderd, andere zullen wellicht afgezwakt worden en weer andere zullen misschien steeds sterker worden. Natuurlijk onder invloed van de verkregen opvoeding, training, opgedane ervaringen en levensomstandigheden.
De fokker
Natuurlijk wil de fokker dat de pups goed terecht komen. Een goede match tussen pup en baasje, waarbij het karakter van de pup optimaal is afgestemd op zijn nieuwe leefomgeving en de verwachtingen van zijn nieuwe baasje, vergroot deze kans op succes aanzienlijk. Iemand die graag een zelfstandige hond heeft, wordt ongeduldig van een pup die geen stap alleen wil doen of die voortdurend voor zijn voeten loopt. Iemand die niets liever doet dan knuffelen, raakt teleurgesteld als zijn pup daar geen boodschap aan heeft.
Het is dan ook belangrijk dat een fokker niet zomaar wat standaardadviezen geeft, maar vooral raad geeft die is afgestemd op het specifieke karakter van de pup. Iedere fokker die intensief met de pups omgaat vormt zich een beeld van het eigen karakter van een pup. Hij of zij ziet immers dat het ene hondje zich door zijn broertjes en zusjes op zijn kop laat zitten of dat ‘bandje blauw’ de eerste keer niet goed naar buiten durft. Of hij herkent misschien wat minder leuke trekjes van de moederhond in een van de pups of heeft een zwak voor een pup omdat die hem zo aan zijn favoriete oudste hond doet denken. Veel fokkers houden dan ook wel bewust of onbewust rekening met hun indruk van het karakter van een pup bij de plaatsing. De fokker ziet echter de pups meestal alleen in de vertrouwde omgeving en in een bepaalde context.
Hoe de pup zich gedraagt als hij er alleen voor komt te staan in een vreemde omgeving; dat is vaak niet of minder bekend. Daarbij ontwikkelen de pups zich razendsnel en kan het gedrag van de pup in deze laatste weken wel eens heel anders zijn dan de fokker al eerder heeft gezien en zodanig als kenmerkend heeft onthouden. Alleen daarom al geeft een goede puppytest veel aanvullende informatie en kan een eye-opener zijn.
In samenspraak met de fokker, die de pups immers het beste kent, zorgen we ervoor dat de pup en de eigenaar een optimale “match” vormen. Na afloop van de puppytest ontvang je over iedere pup een kort en leuk verslag met daarin de bevindingen en aanbevelingen. Een leuk aandenken voor de puppybaasjes! Vraag eens een voorbeeld van een verslag op.
Wat kost een puppy-test?
Voor de puppytest betaal je een basisbedrag van € 75,00 en daarbij € 25 per pup. De puppytest wordt afgenomen op de leeftijd van 7 weken. Per pup duurt de test ongeveer 15 minuten. De reiskostenvergoeding 0,50 euro per km.
​
Wat levert de puppytest je op?
Puppykoper
-
Voor de nieuwe baasjes maakt de test een aantal dingen duidelijk:
-
Welke puppy uit het nest beantwoordt het best aan de verwachtingen en past het best bij het gezin/nieuwe baasje.
-
Aan welke dingen moet je extra aandacht besteden bij de opvoeding.
-
Welke oefeningen zijn bij deze puppy het belangrijkst.
-
Van iedere pup een kort en leuk digitaal verslag met daarin de bevindingen en aanbevelingen. Niet alleen een leuk aandenken voor de puppybaasjes maar ook gelijk met praktische tips voor bij de socialisatie!
Fokker
Voor de fokker maakt de test duidelijk:
-
Dat de fokker beter weet welk gezin/baasje het best past bij welke puppy.
-
Dat de kopers beter zijn ingelicht over het gedrag.
-
Dat de kans dat het gedrag van de puppy verkeerd loopt minder is.
-
Dat de fokker een inzicht krijgt in het gedrag van het hele nest. Dit kan de vader/moeder combinatie in de toekomst beïnvloeden.
-
Dat het duidelijk maakt waar de fokker het prille begin van de opvoeding eventueel nog kan verbeteren.
-
Van iedere pup een kort en leuk digitaal verslag met daarin de bevindingen en aanbevelingen.
Let op: een puppytest blijft een momentopname en we weten dat gedrag context-gebonden is. Het maakt wel degelijk uit of een pup net is wakker gemaakt of hoog in energie zit omdat hij net gespeeld heeft met nestgenoten.
Wat geeft een puppytest eigenlijk aan?
Een puppytest meet de erfelijke aanleg van een pup op de leeftijd van 7 weken. De pups hebben dan de perfecte leeftijd om puur en oorspronkelijk te reageren op prikkels. Ze worden één voor één getest en laten daardoor vaak juist ander gedrag zien dan als ze met de broertjes en zusjes samen zijn. Zo kan uit de test naar voren komen welk hondje wat brutaal is en veel durft en welk hondje veel behoefte heeft om bezig te zijn. Maar ook of een hondje een aanleg heeft om schrikachtig of angstig te reageren.
Maar de aanleg voor bepaalde karaktereigenschappen is slechts een onderdeel van het uiteindelijke karakter van de pups. Want ook de ervaringen die een pup in zijn leventje meekrijgt (of juist mist) zijn belangrijk. De verhouding is hierbij ongeveer (50/50)
Bijvoorbeeld: een pup met een open karakter die vervolgens in de socialisatieperiode de tuin niet uitkomt, krijgt te weinig kans om uit te groeien tot een open en stabiele hond.
Een pup met een aanleg om de wereld met argusogen te bekijken, heeft met een eigenaar die hem gedoseerd met de wereld laat kennismaken juist wèl meer kans om tot een stabiele hond uit te groeien.
* De test geeft dus geen waardeoordeel over de pups, alle pups zijn zoals ze zijn en dus goed.
* De uitslag van de test geeft de fokker een objectief beeld of de pups qua gedrag aan het ideaalbeeld voldoen.
Dat een puppy een puppytest heeft ondergaan betekent echter niet dat het hondje een goed gedrag heeft of dat hij makkelijk opvoedbaar zal zijn. Hoe de hond zich gedraagt eens hij bij jullie thuis is, wordt bepaald door een combinatie van factoren, waarvan zijn erfelijke aanleg slechts 1 factor is. Hoe je bijvoorbeeld met de puppy omgaat, hoeveel beweging krijgt hij, welke verzorging, zijn voeding, zijn huisvesting, zijn tijdsbesteding, de samenstelling van je gezin, de woon- en werkomstandigheden, je eigen ervaring met honden, de kwaliteit van de adviezen die je opvolgt, en nog andere dingen zullen allemaal mee bepalen hoe uw hond zich zal gedragen eens hij een tijdje bij jullie is.
We doen "regelmatig" puppy (observatie) testen bij verschillende fokkers van de volgende rassen:
-
Zwitserse witte herders
-
Labradoodles
-
Duitse herders
-
Teckels
-
Dalmatiërs
-
Tamaskan Wolfshond
-
Västgötaspets
​
​